Advies Bestemmingsplan I Woensel-West 2013

Resultaat: Positief
Type: Bestemmingsplan
Jaar: 2019
Advies Bestemmingsplan I Woensel-West 2013

Advies Bestemmingsplan I Woensel-West 2013 (plan Celsius fase 3 en 4)

Het advies luidt: positief, mits

Het betreft een plaatselijke wijziging binnen het vigerende bestemmingsplan “Woensel West 2013" om de herontwikkeling van het gebied rondom het Celsiusplein, Celsiusstraat en Jan van der Heijdestraat. Deze herontwikkeling is onderdeel van het zogenaamde ‘Plan Celsius’, verdeeld over vier fases. Onderhavig plan heeft betrekking op de derde en vierde fase waarin 196 woningen worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw met meer variatie. Het gebied wordt begrensd door de Brugmanstraat, Newtonstraat en het pad achter de woningen aan de Celsiusstraat. Het gebied is circa 4,5 hectare groot.

Aanleiding

Het project bestaat uit de ontwikkeling van maximaal 225 woningen en appartementen. Daarnaast worden ook (commerciële) buurtvoorzieningen gerealiseerd aan het nieuwe Celsiusplein.  Het vigerende bestemmingsplan ‘Woensel West 2013’ bevat voor het Celsiusgebied de bestemming ‘Woongebied – Uit te werken’. Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken binnen deze bestemming dient een nieuw bestemmingsplan te worden vastgesteld.  Dit bestemmingsplan is genaamd ‘I Woensel-West 2013 (plan Celsius fase 3 en 4)’. 

De principes, die al eerder voor Woensel-West zijn opgesteld, gelden ook voor fase 3 en 4. In fase 3 en 4 speelt het Celsiusplein een centrale rol. Aan dit plein zijn gemengde functies beoogd en wat betreft bebouwing wordt aan dit plein een hoogteaccent gerealiseerd. Aansluitend op het Celsiusplein wordt een groen hof gerealiseerd (“Van der Heijde hof”). Het hof wordt voorzien van laanbeplanting en heeft een lengte van circa 120 meter. 

Onderstaande afbeeldingen illustreren de verhouding van het plan t.o.v. het geheel (afbeelding 1) en de stedenbouwkundige opzet van fase 3 en 4 (afbeelding 2). 

Afbeelding 1: Fasering Plan Celsius
Afbeelding 2: Stedenbouwkundig plan

Afweging

Aangaande deze bestemmingsplanwijziging gaan de belangen van TGE en de daarbij aangesloten groepen vooral uit naar de inhoudelijke omgevingsaspecten zoals opgenomen in de hoofdstukken 3.6 Duurzaamheid,  3.7 Verkeer en parkeren, 3.8 Groen, 4.4 Luchtkwaliteit, 4.7 Natuur en 5.3 Water. 

De betreffende bestemmingsplanwijziging schaadt de belangen van TGE en haar aangesloten groepen niet. Het plan draagt zelfs bij tot het streven van TGE naar duurzaam ruimtegebruik, doordat het bestaand stedelijk gebied van Eindhoven verder wordt verdicht zodat het buitengebied gespaard kan blijven. 

            De belangrijkste pluspunten/waardevolle elementen uit het plan zijn:

Verkeer en Parkeren

Het plangebied wordt zoveel mogelijk autoluw ontwikkeld. Vanuit de randen van het gebied is autoverkeer mogelijk richting de parkeerhoven aan de randen van het plangebied en achter de woonblokken. De smalle stegen, het Celsiusplein en het hof (Jan van der Heijdestraat) worden alleen toegankelijk voor langzaam verkeer. 

Groen

De ontwikkeling van plan Celsius wordt aangegrepen als kans voor uitbreiding van het groenareaal (conform Groenbeleid 2017). Het plangebied wordt dusdanig verkaveld dat er een ruim en groen openbaar gebied ontstaat. Zo zullen de pleinen en stegen voorzien worden van veel groen (bomen, planten, heesters, grassen, klimgroen etc.). Het Van der Heijde Hof wordt beplant met twee bomenrijen van gemengd sentiment. Deze diversiteit draagt bij aan een veerkrachtig groensysteem. Het buitenhof bij de Newtonstraat wordt ingericht met hagen, bomen, speelruimte en zitplekken. De drie openbare ruimteplekken zullen dienen als een ‘groene long’ die centraal door de nieuwe buurt loopt. De omliggende straten - daar waar de auto mag komen - worden voorzien van nieuwe jonge bomen. 

Bomen

De meest waardevolle bomen worden ingepast, zoals de lindes, esdoorns en iep in de Brugmanstraat. Voor de te behouden bomen is onderzocht wat de invloed van het project is op deze bestaande bomen (Boom Effect Analyse). De resultaten uit de BEA zijn positief. Met de herontwikkeling worden de groeiplaatsen van een deel van de te behouden bomen zelfs verbeterd/vergroend waarmee de toekomstverwachting wordt verhoogd. De bomen die vanwege de ontwikkeling moeten worden gekapt zullen binnen het plangebied ruimschoots gecompenseerd worden. Het ontwerp voorziet in aanplant van ca. 75 nieuwe bomen. 

Opmerkingen

Naast bovenstaande pluspunten laat Trefpunt Groen Eindhoven tevens een aantal opmerkingen na ter optimalisatie van de ontwikkeling van Celsius fase 3 en 4. Deze opmerkingen zijn gerangschikt per thema:

Water

  • Water: Conform het beleid van zowel gemeente als waterschap dient de toename van het verhard oppervlak hydrologisch neutraal en klimaatadaptief te zijn. Op basis van de klimaattool kan vastgesteld worden dat er in totaal 1.671,5 m³ waterberging gerealiseerd dient te worden. Vanwege de bodemopbouw wordt infiltratie van deze opgave niet reëel geacht. Derhalve dient het water vastgehouden en geborgen te worden. Hierbij adviseert TGE te streven naar zoveel mogelijk ‘hergebruik’ van water voor groen. Het bestemmingsplan maakt twee scenario’s mogelijk ter uitvoering van de wateropgave. Het eerste scenario’s behelst het aanleggen van berging in parkeerkoffers. Het tweede scenario betreft naast de realisatie van ondergrondse bergingsvoorzieningen de realisatie van een waterplein (250 m2). Hierbij wordt een infiltratiesysteem aangelegd bestaande uit steenwol. Het water kan naar behoefte gebruikt worden door het aan te planten groen en bij piekbuien kan het water worden vastgehouden op het waterplein. Dit twee scenario verdient de voorkeur van Trefpunt Groen Eindhoven vanwege haar multifunctionele karakter (herbruikbaarheid water, klimaatadaptatie, hittestress). 
  • Naast het aanleggen van een watersysteem adviseert TGE alle platte daken uit  te voeren als Groen dak. De waarde van een groen dak is immers multifuntioneel. Een groen dak is niet enkel interessant vanwege zijn waterbergende kwaliteit. Het draagt tevens bij aan een betere luchtkwaliteit, het reduceert hittestress, isoleert en draagt met de juiste vegetatie tevens iets bij aan de stadsecologie. Ondanks het gebrekkige infiltratievermogen van de bodem kan het aandeel van het water dat op locatie wordt hergebruikt op deze manier worden verhoogd. Graag wijzen wij er op dat een grasdak (met bijvoorbeeld plat beemdgras of schapengras) vele malen effectiever is voor zowel waterberging als luchtkwaliteit dan een sedumdak.  

Bomen

  • In het kader van de voorgenomen ontwikkelingen zal een deel van de bestaande bomen worden gekapt. De waarde van deze bomen zal binnen het plangebied worden gecompenseerd door aanplant van nieuwe bomen in de straten, op het plein en in het hof. Op basis van de plantekeningen die voorhanden zijn lijkt een deel van de bomen die de ontwikkelaar voornemens is te kappen in theorie behouden te kunnen worden. Wanneer gezonde bomen met een voldoende levensverwachting (>15 jaar) kunnen worden ingepast, dient men dit ook te doen (Verordening Bomen 2015, Zorgvuldigheidsbeginsel AWB). Trefpunt Groen Eindhoven adviseert om deze reden de inpasbaarheid van de volgende bomen te onderzoeken: 23, 24, 32, 34, 37, 42 en 43. TGE kijkt in een later stadium mee richting kap en compensatie waarbij dit zorgvuldigheidsbeginsel een van de criteria zal zijn. Voor de bestemmingsplanwijziging vormt het aspect ‘bomen’ geen bezwaar. 
  • Voor de nieuw aan te planten bomen adviseert TGE te zorgen voor ruime plantgaten en goede groeiplaatsomstandigheden (boomaarde/-granulaat, onderbeplanting). Dit geldt in het bijzonder voor de bomen op het Celsiusplein waar de bomen in de verharding komen te staan. Streef naar een groeiplaats ter grootte van de kroonomvang bij een leeftijd van 40 jaar en plant deze aan met onderbeplanting. Dit biedt tevens de mogelijkheid het blad onder de bomen te laten liggen tussen de beplanting. Dit blad vormt een belangrijke voedingsbron voor de bomen. 
  • TGE adviseert tevens om een variatie aan te brengen in nieuw aan te planten bomen tot op straat/pleinniveau (diverse bomen in een straat). Dit maakt het bomenbestand veerkrachtiger en dus beter bestand tegen ziekte, plagen, droogte en storm. 

Groen

  • Streef naast het aanbrengen van groen in de vorm van bomen en plantvakken tevens naar een robuuste verticale groenstructuur t.b.v. thermisch comfort, stadsecologie en luchtkwaliteit. Zeker ter op het Celsiusplein kan dit een welkome maatregel zijn om het plein ’s zomers aangenaam te houden. 
  • In de plannen wordt gesproken over groen in groenbakken (woonhof). Trefpunt Groen Eindhoven adviseert te kiezen voor grondgebonden groen om een natuurlijke- en duurzame situatie te creëren waar het groen zichzelf kan voorzien in water en voedingsstoffen. 

Natuur

  • Zoals eveneens aanbevolen in het Flora en Faunarapport adviseert Trefpunt Groen Eindhoven nadrukkelijk de sloop- en bouwwerkzaamheden uit te voeren in de minst kwetsbare periode, buiten het broedseizoen (tussen begin oktober en half februari). Dit geldt eveneens voor het verwijderen van aanwezige bomen en struiken. Wanneer op deze wijze uitwerking wordt gegeven aan de zorgplicht wordt voorkomen dat tijdens de werkzaamheden nesten van vogels worden verstoord en een verbod van de Wet natuurbescherming wordt overtreden.
  • Om een verstorend effect op foeragerende vleermuizen uit te sluiten, dienen de voorgenomen sloop- en bouwwerkzaamheden overdag te worden uitgevoerd. 
  • Net zoals in de fases 1 en 2 adviseert Trefpunt Groen Eindhoven om faunavoorzieningen te integreren in de nieuwbouw van fases 3 en 4. De aanwezigheid van gierzwaluwen, huismussen en vleermuizen zijn van grote waarde voor een gezonde stadsecologie (Natuur Inclusief Bouwen). De inbouw van deze kasten is reeds voorgenomen door de ontwikkelaar, bovenop de mitigerende maatregelen die genomen zijn i.r.t. de bestaande voorzieningen die zijn aangetroffen (zie voor meer info ‘Beknopte samenvatting: gierzwaluw, huismus en vleermuis’). Het ‘economische’ voordeel van deze actieve soortenbescherming laat zich goed illustreren door de mitigatieplicht voor de aangetroffen voorzieningen. Vanwege het feit dat in fase 1 en 2 extra voorzieningen gerealiseerd zijn (buiten de verplichting vanuit de Wet natuurbescherming om) heeft de bouwer direct voldaan aan de te nemen mitigatiemaatregelen en bijbehorende termijnen. 

Advies

Trefpunt Groen Eindhoven adviseert graag in een aanvullend afstemmingsoverleg over de aantallen en locaties van de faunavoorzieningen. In grote lijnen geldt hiervoor:

Vleermuis

Aan de zuid- en zuidwestkant van de woningen (vleermuizen houden in de zomer van warmte) stenen voor vleermuizen inmetselen. Zorg hierbij voor ten minste één voorziening voor een grotere groep, te realiseren via koppeling van drie of meer inbouwstenen. Voor de juiste hoogte en plaats; zie soortenstandaard Dwergvleermuis. 

Huismus

Vogelvides onder de dakpannen bieden een duurzame nestplaats voor de huismus. Te plaatsen aan de ‘koude kant’ (noord- en noordoostzijde) van de woningen. Minimaal gemiddelde: 1 vide per twee huizen. Meerdere vides bij elkaar is wenselijk gezien de huismus een echte koloniebroeder is. 

Gierzwaluwen

Gierzwaluwstenen zijn op allerlei mogelijke manieren in te bouwen en bieden goede nestplaats voor de gierzwaluw. Deze inbouwstenen zijn duurzaam en vragen geen onderhoudt.  Gierzwaluwstenen enkel oriënteren op de noord- en noordoostzijde. Voor de juiste hoogte en plaats; zie soortenstandaard Gierzwaluwen. 

Conclusie

Trefpunt Groen Eindhoven staat positief tegenover bestemmingsplan “I Woensel-West 2013 (plan Celsius fase 3 en 4), mits bovenstaande opmerkingen worden meegenomen. Er zijn geen conflicten tussen de belangen van TGE en dit bestemmingsplan. Met realisatie van fase 3 en 4 wordt Plan Celsius voltooid. Hiermee wordt een evenwichtige nieuwe wijk gerealiseerd met veel ruimte voor langzaam verkeer en openbaar groen. 

Joop van Hout en Lieke Stoffelen