Advies Bestemmingsplan IV Stratum binnen de Ring (Stuiverstraat 82 – 88)

Resultaat: Positief
Type: Bestemmingsplan
Jaar: 2020
Advies Bestemmingsplan IV Stratum binnen de Ring (Stuiverstraat 82 – 88)

Het advies luidt: positief, mits

Aanleiding

Het betreft een plaatselijke wijziging binnen het vigerende bestemmingsplan “IV Stratum binnen de Ring II" om de realisatie van een nieuw appartementencomplex mogelijk te maken op de huidige braakliggende percelen aan de Stuiverstraat (Irisbuurt, Stratum). Het plangebied is gelegen aan de Stuiverstraat 82-88 te Eindhoven en omvat tevens een gedeelte van een naastgelegen parkeerterrein.

Afbeelding 1 | plangebied

De nieuwbouw voorziet in realisatie van 26 appartementen (2 tot 3 bouwlagen met kap), parkeerplaatsen, bergingen en tuin. Ter plaatse geldt momenteel het bestemmingsplan "IV Stratum binnen de Ring II". Dit bestemmingsplan bevat voor het betreffende plangebied de bestemming 'Wonen – 1’ en ‘gemengd – 1’. Tevens is in dit bestemmingsplan een maximum bouw- en goothoogte toegekend van respectievelijk 8 en 4 meter.  Om de voorgenomen herbestemming mogelijk te maken binnen deze bestemming dient derhalve een nieuw bestemmingsplan te worden vastgesteld. Afbeelding 2, zie volgende pagina, geeft een impressie van het planvoornemen.   

Afbeelding 2 | Impressie planvoornemen

Afweging

Aangaande deze bestemmingsplanwijziging gaan de belangen van TGE en de daarbij aangesloten groepen vooral uit naar de inhoudelijke omgevingsaspecten zoals opgenomen in de hoofdstukken 3.7 Verkeer en parkeren, 3.8 Groen, 4.4 Luchtkwaliteit, 4.6 Duurzaamheid,  4.8 Natuur en 5.3 Water.

Relevante aspecten uit het ontwikkelplan zijn:

  • Groen: Het plangebied is grotendeels onbebouwd. Door de beoogde realisatie van 26 woningen gaat het momenteel aanwezige groen verloren. Bij aantasting en verlies van groen dient gecompenseerd te worden conform de beleidsregel groencompensatie.
  • Bomen: Binnen het plangebied staan enkele bomen waaronder een particuliere boom met een waardevolle status; een Fagus sylvatica. Deze ligt in het noordwestelijke deel van het perceel. Onderstaande foto geeft een beeld van de huidige situatie met de bestaande bomen.
Afbeelding 3 | huidige situatie met bestaande bomen
  • Natuur: Tritium Advies heeft ten behoeve van de beoogde ontwikkeling een ecologisch onderzoek uitgevoerd in de vorm van een quickscan flora en fauna. Hieruit is het volgende gebleken:
  • Met betrekking tot flora, grondgebonden zoogdieren, amfibieën, reptielen en vissen en ongewervelden/overige soorten zijn er geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroepen.
  • Met betrekking tot vogels is bevonden dat het plangebied slechts voor een aantal soorten vogels geschikt is als onderdeel van het leefgebied. Het plangebied is ongeschikt als jaarrond beschermde vaste verblijfplaats voor bijvoorbeeld huismussen (Passer domesticus) en gierzwaluwen (Apus apus), door het ontbreken van bebouwing op het terrein. Een aantal vogelsoorten zal het plangebied met name benutten als foerageergebied. Dit vormt echter geen belemmering voor het planvoornemen. Het plangebied zal geen essentieel foerageergebied zijn voor deze soorten.
  • Met betrekking tot vleermuizen is bevonden dat binnen het plangebied en in de directe omgeving van het onderzoeksgebied mogelijk door vleermuizen wordt gefoerageerd. Een foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. Indien de werkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen uit te sluiten. Een negatief effect op vaste vliegroutes is eveneens niet te verwachten.
  • Water: Conform het beleid van zowel gemeente als waterschap dient de toename van het verhard oppervlak hydrologisch neutraal en klimaatadaptief te zijn. Op basis van de klimaattool kan vastgesteld worden dat er in totaal 40,5 m³ tot 65,8 m³ waterberging gerealiseerd dient te worden. De capaciteit hangt samen met de te kiezen oplossing (op een groendak krijgt men een bonus op de bergingsopgave, op een ondergrondse voorziening een malus). De berging kan gerealiseerd worden door middel van regentonnen, een regenwateropslag onder de parkeervoorzieningen, verlaging op eigen terrein of infiltratiekratten. Op het terrein worden duurzame groenstructuren zoals hagen gerealiseerd die ook water vasthouden. Daarnaast zouden er op de bergingen vegetatiedaken kunnen worden aangelegd die een deel van het hemelwater zouden kunnen opvangen. Verder zou de afwatering plaats kunnen vinden door middel van molgoten met kolken. Uiteraard kan er ook voor een combinatie van oplossingsrichtingen worden gekozen. De exacte locatie, dimensionering en uitwerking van de bergingsmogelijkheden zal in samenspraak met initiatiefnemer en gemeente nader worden bepaald. Voor alle oplossingsrichtingen geldt sowieso dat het regenwater en afvalwater gescheiden zal worden ingezameld.

Opmerkingen

Het bestemmingsplan zit goed doordacht in elkaar. Alle nieuwe wet- en regelgeving vindt een plek. Ter optimalisatie van de nader uit te werking woningbouwontwikkeling waarvoor deze bestemmingsplanwijziging dient laat Trefpunt Groen Eindhoven onderstaande adviezen na. Deze opmerkingen zijn gerangschikt per thema:

Groen

  • Trefpunt Groen Eindhoven adviseert het verwijderde en te verwijderen groen ruimschoots te compenseren binnen de grenzen van het plangebied zodat de groenwaarden t.b.v. een gezonde, vitale leefomgeving om termijn geborgd blijven in het gebied.
  • Naast het realiseren van grondgebonden groen adviseert TGE de blinde gevels te voorzien van verticaal groen en erfafscheidingen groen te bekleden. Denk aan hedera, wilde wingerd of blauwe regen die de blinde gevels en erfafscheidingen een geweldige uitstraling kunnen geven. Daarbij levert verticaal groen een bijdrage aan het thermisch comfort, de stadsecologie en plaatselijke luchtkwaliteit.

Bomen

  • Bestaande bomen dienen waar mogelijk ingepast te worden. Voor bomen die niet worden ingepast moet aangetoond worden dat alternatieve inrichtingen (met behoud) zijn onderzocht en onmogelijk zijn gebleken. Dit conform het zorgvuldigheidsbeginsel uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
  • Op het terrein staat tevens een boom met een waardevolle status (beuk). Verlening van een kapvergunning voor Particulier waardevolle bomen kan enkel bij uitzondering plaatsvinden indien er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang en geen alternatieven voor handen zijn om met behoud van de houtopstand dit belang adequaat te dienen (Verordening Bomen 2015, Eindhoven). Daar waar de beoogde ontwikkeling niet geschaard kan worden onder een zwaarwegend maatschappelijk belang zal de Particulier waardevolle beuk onderdeel uitmaken van het herinrichtingsplan. Trefpunt Groen Eindhoven toetst in haar adviesrol (bestemmingsplannen en kapaanvragen) aan de hierboven genoemde principes (zorgvuldigheidsbeginsel Awb en Verordening bomen 2015).

Natuur

  • Om verstoring van beschermde soorten te voorkomen adviseert Trefpunt Groen Eindhoven de werkzaamheden uit te voeren in de minst kwetsbare periode, in ieder geval buiten het broedseizoen (hanteer als broedseizoen: 1 maart tot 1 oktober). Wanneer op deze wijze uitwerking wordt gegeven aan de zorgplicht wordt voorkomen dat tijdens de werkzaamheden beschermde soorten worden verstoord en een verbod van de Wet natuurbescherming wordt overtreden.
  • Om een verstorend effect op foeragerende vleermuizen uit te sluiten, dienen de voorgenomen (bouw)werkzaamheden overdag te worden uitgevoerd.
  • Integreer faunavoorzieningen in de nieuwbouw voor een gezonde stadsecologie. In het kader van de Wet natuurbescherming dienen we de nadruk steeds meer te leggen op populatievermeerdering en populatie-uitbreiding in plaats van op het beschermen van individuele exemplaren van soorten. Een dergelijke actieve vorm van natuurbescherming zal in de nieuwe Omgevingswet zelfs verplicht gesteld worden. Trefpunt Groen Eindhoven adviseert te anticiperen op dit ‘natuurinclusief’ bouwen middels de (in)bouw van verblijfsplaatsen en nestgelegenheden voor de vleermuis, de gierzwaluw en de huismus. Voor een evenwichtige ecologie en een nagenoeg insectenvrije leefomgeving is het van grote waarde om deze soorten voortplanting- en rustplaatsen te bieden binnen het plangebied. Trefpunt Groen Eindhoven adviseert de initiatiefnemer om deel te nemen aan het B5 project van de provincie Noord-Brabant, de zoogdiervereniging en de vogelbescherming: https:// www.vogelbescherming.nl/bescherming/wat-wij-doen/in-de- stad/woonruimte-voor-vogels-in-brabantse-steden

Water

  • Voor wat betreft het realiseren van de waterbergingsopgave adviseert TGE zoveel mogelijk te streven naar een waterberging met een multifunctioneel karakter (naast waterberging tevens van waarde voor hittestress en klimaatadaptatie). Trefpunt Groen Eindhoven denkt hierbij aan het uitvoeren van de platte daken van de bergingen als groendak en aan het uitvoeren van de parkeerplekken in halfverharding. Een groen dak is niet enkel interessant vanwege zijn waterbergende kwaliteit. Het draagt tevens bij aan een betere luchtkwaliteit, het reduceert hittestress, isoleert en draagt met de juiste vegetatie tevens iets bij aan de stadsecologie. Graag wijzen wij er op dat een grasdak (met bijvoorbeeld plat beemdgras of schapengras) vele malen effectiever is voor zowel waterberging als luchtkwaliteit dan een sedumdak. 

Conclusie

Trefpunt Groen Eindhoven staat positief tegenover bestemmingsplan “IV Stratum binnen de Ring II (Stuiverstraat 82 – 88)”, mits bovenstaande opmerkingen worden meegenomen. Er zijn geen conflicten tussen de belangen van TGE en dit bestemmingsplan.

Trefpunt Groen Eindhoven