kapadvies Ministerlaan 48

Resultaat: Negatief
Type: Kapadvies
Jaar: 2021
kapadvies Ministerlaan 48

Aanleiding

Het betreft de kap en compensatie van 12 bomen ten behoeve van de uit- en verbouw van de woning aan de Ministerlaan 48.

Afbeelding 1.

Afweging

Het plangebied is een bebost perceel met een groot gazon, en ligt op de grens van de stad in een bosrijke omgeving. De houtopstand op het perceel bestaat uit 27 bomen van diverse soorten. Eigenaren willen de woning verbouwen, uitbouwen met onderkeldering, een poel dempen en vervangen door een zwembad. In totaal moeten er 12 bomen wijken voor het project, en gaat er groen oppervlak verloren. Hoewel enkele bomen gekapt worden om andere bomen juist te kunnen laten uitgroeien, moet het merendeel wijken vanwege de bouwwerkzaamheden. Voor de wateropgave is gekozen voor een ondergrondse wateropslag die vertraagd leegloopt in het gemeentelijk riool.

Het project voldoet aan de wet natuurbescherming. Er is een ecologisch onderzoek uitgevoerd waarin meerdere adviezen worden gegeven om rekening te houden met beschermde diersoorten die zich in het plangebied bevinden – bijvoorbeeld het werken buiten het broedseizoen, en het werken tussen zonsopgang en zonsondergang om verstoring van vleermuizen te beperken.

Het grootste bezwaar vanuit TGE is dat er géén Boom Effect Analyse uitgevoerd is, waardoor het onduidelijk is óf de bomen wel moeten wijken voor het bouwplan, en ook of er wellicht nog meer bomen zullen bezwijken onder de bouwwerkzaamheden. De boomtaxatie lijkt dit te beamen, doordat er ten tijden van de boomtaxatie nog geen bouwplan was, terwijl al wel duidelijk was welke bomen de bewoners weg wilden hebben. We gaan er daarom van uit dat veel bomen moeten wijken vanwege een esthetische voorkeur van de bewoners.

Specifiek per boom; hieronder staat de lijst met te kappen bomen. Hieruit concluderen we dat boom 3, 4 en 21 gekapt mogen worden. Hiermee zouden we instemmen. Boom 6 en 7 zijn begroeid met klimop, wat op zichzelf geen negatief effect heeft op de bomen maar juist een hoge ecologische waarde heeft doordat bijvoorbeeld eekhoorns en merels erin kunnen nestelen, en de bloemen en bessen voedsel zijn voor veel soorten insecten en vogels. Geen reden tot kap. Ook voor boom 8, 9 en 10 is er geen aanleiding om te kappen. Boom 11 zou kunnen wijken ten behoeve van boom 12, maar boom 12 moet ook wijken. Voor boom 12 geldt dat scheefstand niet betekent dat hij instabiel is. Daarvoor zou nader onderzoek nodig zijn. En voor 13 en 18 zien we ook geen reden tot kap. Daartegenover staat dat zeker boom 5, maar wellicht ook meer bomen, zeer veel hinder zullen ondervinden van de bouw. Zonder nader onderzoek via een boom effect analyse en specifieke beschermingsmaatregelen zal deze boom ook sneuvelen. Ook kunnen bomen sneuvelen doordat andere bomen gekapt zijn, en ze plotseling zijn blootgesteld aan wind, zon en hitte. De voorgenomen kap kan daarom leiden tot een nog grotere kaalslag.

Conclusie

De voorgenomen ontwikkeling betekent het verlies van groen oppervlak van de stad, het verlies van gezonde bodem en het verlies van boskarakter hier aan de grens met een bosrijk natuurgebied. Daar waar de stad op andere plekken grote moeite doet om weer te vergroenen, om verdichte bodem weer tot leven te brengen, om de leefbaarheid van de verdichtende stad op peil te houden, worden hier aan de rand van de stad keuzes genomen vanuit een heel ander perspectief.

We krijgen de indruk dat er onzorgvuldig met de bomen wordt omgegaan, dat de boomonderzoekers niet de juiste onderzoeksvraag hebben meegekregen, en dat de bewoners een schoon schip willen maken ten behoeve van hun wensen voor een grotere luxueuzere woning.

De druk op de ruimte in Eindhoven (die dus duidelijk niet gevoeld wordt door de bewoners van dit perceel), heeft wel geleid tot een mooie Verordening Bomen vanuit de gemeente. Daarin staat de volgende passage:

“Een vergunning wordt geweigerd als de belangen van verwijdering van de houtopstand niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende intrinsieke waarden:

a. Natuurwaarde;

b. Landschappelijke waarde;

c. Cultuurhistorische waarde;

d. Waarde van stads- en dorpsschoon;

e. Waarde voor de leefbaarheid;

f. Beeldbepalende waarde;

g. Dendrologische waarde.”

Vanwege de waarde van de bomen voor intrinsieke waarde a, b, d, e, en f, kiezen ervoor om negatief te adviseren over de voorgenomen kap. Enkel voor bomen 3, 4 en 21 is er een gegronde reden tot kap. Voor het vervolgtraject willen we een aantal aanbevelingen doen:

  • Laat met uw bouwplan een Boom Effect Analyse uitvoeren. Hieruit zal blijken welke bomen behouden kunnen blijven, welke boombeschermingsmaatregelen er genomen moeten worden om bomen te behouden, welke bomen er moeten wijken voor de bouw, en hoe het bouwplan aangepast kan worden om enkele gezonde bomen toch te behouden.
  • Het is zonde dat er is gekozen voor het “niet-groen” oplossen van de wateropgave. Mooier was een gesloten grond balans geweest, waarbij de grond die wordt verwijderd voor de uitbouw, wordt verwerkt tot een groen dak. Dit lost ook de wateropgave op, waardoor de bedachte ondergrondse wateropslag die leegloopt in het riool, niet meer nodig is. De grond hoeft verder niet noodzakelijk beplant te worden, omdat er van nature gebiedseigen zaden in de grond zullen zitten die vanzelf tot ontwikkeling komen. Een ondergrondse wateropslag kan wellicht toch nog handig zijn om de tuin/ het groene dak mee te bewateren in een droge periode, maar is dan geen vereiste meer.
  • Kies, voor wat er nieuw aan groen wordt aangelegd, voor zoveel mogelijk inheemse, gebiedseigen beplanting, die aansluit bij het natuurgebied om de woning heen.
  • Beheer de tuin op een natuurvriendelijke manier. Laat bijvoorbeeld gevallen blad liggen, en houd ook dode takken of bomen in de tuin. Deze zijn waardevol voor de biodiversiteit.
  • Andere elementen die van meerwaarde zijn voor flora en fauna zijn takkenrillen, insectenhotels, elementen van dood hout, of uiteraard groene daken.
  • Pas inbouw-voorzieningen toe in de nieuwe woning ten behoeve van gebouw-bewonende soorten zoals mussen en vleermuizen. Door de strakke vormgeving en goede isolatie van nieuwe gebouwen zijn deze soorten afhankelijk geworden van bewust ingebouwde of opgehangen nestvoorzieningen. Een handige tool om te kijken waar inbouwvoorzieningen zouden passen: Checklist groen bouwen | Home.