Reactie Trefpunt Groen Eindhoven, september 2019
Trefpunt Groen Eindhoven geeft hierbij terugkoppeling en adviezen over het megaproject Knoop XL. De belangen van onze gReactie Trefpunt Groen Eindhoven, september 2019 roepen bevatten Natuur, Milieu en Klimaat. Tezamen dragen ze bij aan een gezonde leefomgeving voor de mens, flora en fauna. Natuur, streven naar een gezonde stadsecologie Milieu, zorg voor:
Bodem, zuivere grond, goede geohydrologische verhouding
Lucht, verbeteren en behouden van zuivere lucht
Water, voornamelijk opvang regenwater en vertraagde afgifte
Geluid, last en overlast beperken
Klimaat, Adapteren en mitigeren. Zorgen voor koelte binnen microklimaat. CO2 SO2 en NOx reductie waar mogelijk.
Deze reactie is als volgt opgebouwd. Op pagina 2 wordt kort de aanleiding voor de grootschalige stedenbouwkundige ontwikkeling geschetst. Op pagina 3 worden vervolgens de 4 ontwikkelthema’s en de 3 ruimtelijke visies voor Knoop XL uiteengezet (overgenomen uit het visiedocument). Vervolgens is het document opgedeeld in 4 thema’s die de aandachtsgebieden van TGE en aangesloten groepen omvatten: 1. Mobiliteit en Bereikbaarheid, 2. Groen en Water, 3. Klimaat, Energie, en Circulariteit en 4. Gezonde Leefomgeving. Per thema zijn de belangrijkste aandachtspunten opgenomen en samengevat zodat het document, ook zonder het lezen van de gehele visie, te volgen is en uitnodigt om adviezen aan te vullen/aan te scherpen. Per thema zijn vervolgens diverse adviezen opgenomen die het – voorlopig – resultaat zijn van de beginspraak zoals TGE die organiseert voor haar groepen.
Download het bestand “Visie Knoop XL”.
Rond het station Eindhoven gaat de komende jaren veel veranderen. Aan de zuidkant van het station is deze ontwikkeling reeds in gang gezet. The Student Hotel is gereed en in gebruik en er zal gauw begonnen worden met de bouw van District E. Aan de noordkant van het station is eveneens een omvangrijke, hoogstedelijke ontwikkeling voorzien. Deze ontwikkeling aan de noordkant heet Fellenoord: een district voor interactie, innovatie, en intelligentie. Waar toepassingen uit de Brainport een plek krijgen en waar mensen wonen, werken en elkaar ontmoeten. Het voorliggend document, ontwikkelvisie en –kader, gaat over de ontwikkeling aan de noordkant van het station, van het Stroomhuisje tot en met de toegang naar de campus van TU/e. De noord- en zuidkant samen noemen wij Internationale Knoop XL (afbeelding 1). De woningbouwopgave voor Brabant en Eindhoven, waar Knoop XL voor een belangrijk deel in gaat voorzien, is weergegeven in afbeelding 2.
Voor Knoop XL zijn 4 ontwikkelthema’s opgesteld (P. 14 -15)
1. Interactiemilieus voor de nieuwe economie
Stedelijk milieu ontwikkelen voor innovatie en cross-overs tussen design, kennis, techniek, markt, onderwijs en overheid.
2. Landschap als vestigingsplaatsfactor
Opgave is het versterken van landschap en het samenvoegen van groene snippers tot een robuust metropolitaan park. Groen is hiermee een belangrijke kwaliteitsdrager en een middels in de grote transitieopgave zoals hittestress, water en energie.
3. Hoogstedelijke leefomgeving
Schaalsprong in inwonersaantal en in stedelijke allure. Sprong van het stadscentrum over de binnenring en over het spoor. Fellenoord als onderdeel van de binnenstad. Efficiënt ruimtegebruik middels verdichting en functiemenging.
4. Knooppunt van duurzame mobiliteit
Bereikbaarheid als voorwaarde voor stedelijke groei. Werken aan een Brainport OV terminal om het knooppunt goed te laten werken. Bescheidener rol voor de auto. Het stationsgebied functioneert op lokaal niveau als knooppunt van hoogwaardige wandelroutes waardoor het gebied onderdeel word van de omgeving.
Voor Knoop XL zijn 3 ruimtelijke visies opgesteld (p18)
1. Fellenoord wordt groene stadsboulevard
Fellenoord versmallen tot een stadsboulevard van 40 meter breed. Dit betekent: minder verkeersintensiteit, de fietsers en voetgangers op maaiveld, de bussen gescheiden van het andere verkeer, en brede stoepen. Condities voor een levendige stadswijk.
2. Ruim baan voor de Dommelvallei
Dommelvallei als kwaliteitsdrager. Vallei verbreden en verder het gebied intrekken door vergroenen Fellenoord en de ontwikkeling van een groen stationsplein. Dommelvallei als kans om doelstellingen rond duurzaamheid te behalen (klimaatadaptatie en energieopwekking).
3. Naar een multimodaal knooppunt
De stationsomgeving ontwikkelt zich tot een multimodale hub, en naast alle transfermogelijkheden is het ook een verblijfs- en ontmoetingsplek. De combinatie trein-bus (HOV) is van grote waarde om de toplocaties in de stad duurzaam bereikbaar te houden. Ook met het oog op de ontwikkeling van hoogfrequente treinen en meer directe internationale verbindingen.
Dit advies is opgedeeld in 4 thema’s die de aandachtsgebieden van TGE en aangesloten groepen omvatten: 1. Mobiliteit en Bereikbaarheid, 2. Groen en Water, 3. Klimaat, Energie, en Circulariteit en 4. Gezonde Leefomgeving. Na de belangrijkste aandachtspunten uit de het visiedocument zijn per thema diverse adviezen opgenomen die het – voorlopig – resultaat zijn van de beginspraak zoals TGE die organiseert voor haar groepen.
Boven deze thematische reactie hangt het integrale vraagstuk van de grootstedelijke ontwikkeling Knoop XL waarbinnen zich vragen opdringen zoals:
Trefpunt Groen Eindhoven heeft dergelijke vragen ter discussie gesteld wat heeft geleid tot drie kritische opmerkingen op het visiedocument. Deze opmerkingen overstijgen dus het niveau van de vier thema’s en zeggen iets over het integraal kader dat zuiver moet zijn om tot een economisch houdbare ontwikkeling te komen:
Het visiedocument wekt niet de indruk dat het algemeen belang van de Eindhovense burger wordt vertegenwoordigd. Het komt eerder over als de visie van – vooral – ondernemers en ontwikkelaars verenigd in Brainport die met de ontwikkeling van Knoop XL miljoenen euro’s aan projecten kunnen binnenslepen. Maar als we teruggrijpen naar de aanleiding voor deze grootschalige stedenbouwkundige ontwikkeling treffen we een andere doelgroep. Knoop XL zou voor de huidige Eindhovenaar een nieuw interactiemilieu moeten vormen waar tevens financiële middelen uit kunnen worden onttrokken om Eindhoven leefbaar, duurzaam en gezond te maken. Naast de huidige Eindhovenaar zou Knoop XL een gezonde, groene hoogstedelijke woonomgeving moeten bieden aan 10 a 14 duizend nieuwe Eindhovenaren, waaronder veel kenniswerkers. Deze doelgroepen en hun belangen zouden het uitgangspunt van de visie moeten vormen. Uit deze doelgroepen volgen de partijen die partner zijn in het plannen, uitvoeren en bewaren van een economisch en ecologisch houdbare Knoop XL. Uiteraard behoren ondernemers en ontwikkelaars tot deze partijen. Maar ook de niet-mens partijen (e.g. water, lucht, bomen, planten, insecten, zoogdieren, vogels, vissen) zijn minstens zo belangrijk in het ontwikkelkader voor Knoop XL. Net als ondernemers en ontwikkelaars hebben deze partijen bepaalde condities nodig om de beoogde doelgroep te kunnen dienen in haar behoefte aan een gezond, duurzaam en hoogwaardig vestigingsklimaat. Zonder schone lucht of robuust groenareaal geen houdbare stad. Het probleem met deze partijen is dat deze niet voor zichzelf kunnen spreken. Een ontwikkelaar kan dat wel. Het toeleggen van een te grote rol aan één partij kan het belang van de andere partijen overschaduwen en zo het gehele systeem ontwrichten.
Om het belang van de huidige en toekomstige Eindhovenaar te vertegenwoordigen adviseert TGE een eerlijke verdeling tussen de diverse partijen in het visiedocument en de daar op volgende uitwerking (e.g. bestemmingsplannen, clusterpaspoorten) te waarborgen.
2. Gezonde en Duurzame groei
De adviezen van Trefpunt Groen Eindhoven op de vier verschillende thema’s hebben alles te maken met het uitwerken van de ambitie voor gezonde en duurzame groei, die leidend is in de concept Omgevingsvisie van de gemeente Eindhoven (Koersdocument 2018). Beknopt geformuleerd luidt deze ambitie: We zetten in op een duurzame economische ontwikkeling om zo onze leefbaarheid, duurzaamheid en gezondheid te kunnen borgen en vooral ook te kunnen financieren (Koersdocument, 2018).De scheiding tussen doel en middel in deze ambitie is cruciaal. Het doel is: leefbaarheid, duurzaamheid en gezondheid borgen en financieren. Het middel is: duurzame economische ontwikkeling. In het visiedocument lijkt het middel
(economische ontwikkeling c.q. groei) geregeld het doel te worden. Het gevaar wat hierin schuilt is dat we meer ruimte inleveren voor economisch gewin dan ons lief is, waarmee we het werkelijke doel (leefbaarheid, duurzaamheid en gezondheid) voorbij schieten. Concreet betekent dit dat ter bescherming van dit doel soms keuzes gemaakt moeten worden die in eerste instantie kostenverhogend zijn of vragen om een gedragsverandering. Denk aan het inpandig realiseren van fietsenstallingen en afvalcontainers of het autovrij ontwikkelen van het gebied. Dergelijke keuzes maken de ontwikkeling op de lange termijn echter economisch houdbaar omdat het hoger doel gerespecteerd wordt. Trefpunt Groen Eindhoven adviseert de ambitie van gezonde en duurzame groei uit de concept Omgevingsvisie op basis van dit doel/middel- denken nader uit te werken in de ontwikkelvisie voor Knoop XL.
Globaal geschetst adviseert Trefpunt Groen Eindhoven in alle keuzes die gemaakt worden te streven naar: Een gezonde, groene en autovrije Fellenoord, waar mensen graag komen om te wonen, te werken, te eten, te recreëren, te spelen en te sporten. Laat de Dommelvallei het gebied inkomen en biedt plaats aan stadsecologie. Zorg voor een veerkrachtig watersysteem en robuust groen om voorbereid te zijn om extreme weersomstandigheden. Het zorgvuldig streven naar de hierboven geschetste leefomgeving, bij elke stap in het proces, is een voorwaarde om de nieuwe Fellenoord economisch houdbaar te maken.
3. Grens aan de groei
Het ontbreekt in de visie aan een grens aan de groei. Er is simpelweg geen visie op ‘genoeg’. Op het einde van het visiedocument wordt de ruimte in het beoogde bvo inzichtelijk gemaakt: 550.000 m2 bvo toegevoegd (basis scenario) of 650.000 m2 bvo toegevoegd (ambitie scenario). De keuze tussen deze twee scenario’s is cruciaal. Het kán het verschil zijn tussen een economisch houdbare Fellenoord, zoals hierboven geschetst. Of een stuk stad waar de mussen van het dak vallen, geen kind mag spelen, geen vlinder rondfladdert en na 10 jaar leegloopt wegens onleefbaarheid. Wat zijn we bereid te betalen voor een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving? En welke plaats krijgt dit in ons op groei gebaseerde economische systeem?
1 | MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID
Aandachtspunten uit visie – Mobiliteit en Bereikbaarheid
structureel beperken van het marktaandeel auto, verminderen van de verplaatsingsbehoefte, meer gebruik van alternatieven, efficiënter gebruik van beschikbare middelen en ontwikkeling van slimme mobiliteitsoplossingen waarbij de vraag centraal staat (p.54).
Adviezen – Mobiliteit en Bereikbaarheid
Een veelgebruikt argument om niet tot autowerende maatregelen over te gaan zoals hierboven geschetst is het zogenoemde ‘waterbedeffect’. Dit is het idee dat omliggende straten drukker zullen worden wanneer andere straten autovrij gemaakt worden. Uit het onderzoek Disappearing Traffic (Cairns et al., 2002) van het gezaghebbende University College Londen blijkt echter dat deze theorie maar beperkt waar is. Volgens het onderzoek ‘verdwijnt’ een deel van het verkeer gewoon omdat het de autogebruiker verleid tot alternatieven. In het geval van centrum Eindhoven kan het zijn dat mensen na een gewenningsperiode de auto dan gewoon vaker aan de rand van de stad parkeren of dat zij een andere vorm van vervoer kiezen.
2 | GROEN EN WATER
Aandachtspunten uit visie – Groen en water
Op dit moment is Fellenoord ingericht als een ruimte voor auto’s, wat geen positieve impact heeft op de luchtkwaliteit en betekent dat er beperkt ruimte is voor klimaatmaatregelen. Zwaardere regenbuien, langdurig hogere temperaturen en droge perioden met verschuiving van seizoenen komen steeds vaker voor. Gecombineerd met de relatief lage ligging van het stationsgebied betekent dit dat er een grote opgave ligt op het gebied van klimaatadaptatie. Essentieel hierin is de natuurlijke functie van Dommel als afwatering van het gebied. Piekbuien zorgen voor minder overlast als er meer ruimte is voor waterberging en infiltratie.
De Dommeltunnel is op dit moment een bottleneck; zowel in ecologische zin als in kwalitatieve zin. Verbreding en kwaliteitsverbetering is essentieel om de Dommelvallei als lineair park van Eindhoven te kunnen laten functioneren. De voorziene stationsentree aan de Dommeltunnel is hier extra aanleiding voor: het zal de belangrijkste toegang worden voor de duizenden studenten en kenniswerkers die dagelijks naar het TU/e terrein komen. Het plangebied Fellenoord is grofweg in te delen in drie deelgebieden, afbeelding 4, waar verschillende ambities zijn m.b.t. Groen en Water (p.72).
Bestaande groenkwaliteiten behouden en versterken. Groenblauwe as van de Fellenoord gebruiken voor combinatie van bomen, plantvakken en oppervlaktewater. Pocket-parkjes in binnenhoven, maar uitgangspunt voor dit gebied is verdichten. Kwaliteit borgen middels groene daken, groene gevels, natuurinclusief bouwen. Groen om maaiveld neemt in dit deelgebied een bescheidener plaats in.
2. Dommelpark
Hét nieuwe stads- en landschapspark voor natuur, sport en recreatie. Het park verbindt met behulp van de Dommelzone (een 50 meter brede Ecologische Verbindingszone) deze Groene Wig met het centrum. Nieuw ontwerp voor de huidige John Cleese/Dommeltunnel die ruimte moet geven aan water, natuur, ecologie en recreatie. De Dommel en bijbehorende EVZ zijn allereerst bestemd voor natte natuur, ‘luwe natuurzone’, waterbuffer, ecologisch ‘foerageergebied’ en als groene long. Waar mogelijk wordt dit gecombineerd met recreatieve doelstellingen.
3.Groene wig langs Dorgelolaan/spoor
Intensief stadspark cq. Campusgebied. Gebouwen in het groen. Verweving tussen landschappelijk/ecologisch groen en bebouwing / hoogbouw. Toevoegen van natte natuur die het natte karakter van de plek benadrukt en door de centrale afvoer richting Dommel een kenmerkend en structurerend element is.
Adviezen – Groen en water
| KLIMAAT, ENERGIE EN CIRCULARITEIT
Aandachtspunten uit visie – Klimaat, energie en circulariteit
- Klimaatadaptatie: Vergroening als middel. Deze ambitie is initieel gericht op de openbare ruimte (inclusief acceptatie van consequenties voor intensiever beheer), maar de ambitie is evenzeer waar mogelijk (volgens het principe ‘pas toe of leg uit’) te werken met zowel groene daken als groene gevels (natuurinclusief bouwen).
- Wateroverlast: Om wateroverlast te voorkomen zal er voldoende waterberging in de openbare ruimte (halfdoorlatend) moeten worden aangelegd, nader uitgewerkt in de volgende kerneisen2: minimaal 10-15% van de gebouwgebonden bestaande verharding in de ontwikkelclusters wordt omgezet naar groen; voor de infrastructuur en openbare ruimte in het raamwerk (inclusief fiets+auto-parkeren) ligt de vergroenings-ambitie hoger (20-25%). KnoopXL kent veel hoogteverschillen die wellicht kunnen worden ingezet ten behoeve van de waterberging, evenals de kansrijke aanwezigheid van de (ter hoogte van het plangebied ook op te waarderen) Dommel om af te wateren (p. 74).
- Hittestress: Om hittestress te voorkomen dient de vergroenings- en waterbergings-ambitie. Daarnaast wordt bijvoorbeeld het uitblazen van warme lucht in het gebied geminimaliseerd. Er zullen dan ook geen koeloplossingen worden geaccepteerd die warme lucht uitblazen, en moet voorkomen worden dat materialen van gebouwen ’s nachts warmte vasthouden. Voorts gelden op technisch inrichtingsniveau een serie basisvereisten4. Het openbaar gebied dient niet onnodig op te warmen en voldoende plekken voor verkoeling te hebben voor het heetst van de dag (p. 74).
- Circulariteit: Circa 40% van het afval in Nederland is bouw- en sloopafval. In Fellenoord streven we ernaar dit beter te doen. Hierbij wordt er gestuurd op de volgende dingen:
Adviezen – Klimaat, energie, en circulariteit
4 | GEZONDE LEEFOMGEVING
Als toetsingskader voor het thema ‘Gezonde Leefomgeving’ gebruikt TGE:
De notitie ‘Op weg naar een gezonder Brabant’ schrijft: Water biedt verkoeling aan stadsbewoners, biedt mogelijkheden voor recreatie en bevordert de esthetiek in een stad. De bodem draagt bij aan de biodiversiteit, voedselproductie en dient als buffer voor hevige regenbuien. Een schone lucht heeft een positief effect op de longfuncties van de stadsbewoner en een verkeersluwe en stille omgeving biedt de stadsbewoner rust in de drukte van de stad. Groen in de leefomgeving zorgt voor minder agressie en minder stress, nodigt uit tot beweging, minder psychische klachten, sneller herstel na ziekenhuisopname en sociale cohesie, versnelt herstel van ziekte en biedt verkoeling aan de stadsbewoners (Contouren Nota Brabantse Aanpak 2019-2022 Op weg naar een Gezonder Brabant, 2019)
2) Ambities en opgaven van de Omgevingsvisie:
In het Koersdocument 2018 staat: Eindhoven ontwikkelt zich tot economische wereldspeler op het gebied van technologie, design en kennis. Om concurrerend te blijven, onderscheidt Eindhoven zich met een excellent vestigingsklimaat en is ze in staat om zich snel aan te passen aan de steeds veranderende vraag naar geschikte ruimte. Eindhoven zet in op gezonde- en duurzame verstedelijking met behoud van haar mondiale- en haar dorpse kwaliteiten en met bijzondere aandacht voor sociale cohesie en -inclusie (KoersdocumentOmgevingsvisie Gemeente Eindhoven, 2018).
Aandachtspunten uit visie – Gezonde Leefomgeving
Adviezen - Gezonde Leefomgeving