Planvoornemen VDMA

Type: Bestemmingsplan
Jaar: 2020
Planvoornemen VDMA

In de komende jaren wordt het Van der Meulen-Ansems-terrein (VDMA) omgevormd tot een nieuw stedelijk leefgebied. Wonen, werken en recreëeren komen hier samen. Ook de natuur speelt er straks een belangrijke rol, hartje stad wordt ineens een heel stuk groener!

Als TGE zijn wij betrokken bij de ontwikkeling van het VDMA terrein. De huidige plannen hebben wij uitgebreid besproken met onze Werkgroep Grootstedelijke ontwikkeling. Op basis hiervan kwamen we tot een eerste reactie: een officieel advies aan het projectteam.

Reactie Trefpunt Groen Eindhoven, april 2020

INLEIDING

Er ligt een forse ambitie om het centraal gelegen Van der Meulen-Ansems-terrein (VDMA) om te vormen tot een nieuw stedelijk leefgebied waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd wordt:

‘Het nieuwe VDMA is een gebalanceerde mix van wonen, werken en inspireren. De aantrekkingskracht van het Brainstage als podium voor iedereen. De mix van hoogstedelijk wonen voor zo veel mogelijk verschillende doelgroepen en een inspirerende werkomgeving. Een plek waar je wilt zijn en waar iedereen zich thuis kan voelen’ (Planvoornemen: Join The Stage, 2019).

‘Een uniek Brabants Stadsbos vormt het natuurlijke hart van het VDMA terrein. Een groene, stille plek midden in de stad, met een vrij toegankelijke rondloop. The Loop biedt een nieuwe kwaliteit voor omwonenden, passanten, gebruikers en bewoners. Een balans tussen toonaangevende, duurzame, nieuwe gebouwen en behoud van bestaande, waardevolle panden’ (Planvoornemen: Join The Stage, 2019).

Het VDMA team van ontwerpers en ontwikkelaars heeft de visie en ambities opgenomen in een planvoornemen genaamd ‘Join The Stage’. Dit planvoornemen dient als basis voor het bestemmingsplan en als leidraad voor de vervolguitwerkingen. ‘Join The Stage’ is hier te downloaden.


Afbeelding 1 | Identiteit VDMA (bron: Planvoornemen ‘Join the Stage’)

Trefpunt Groen Eindhoven geeft hierbij terugkoppeling en adviezen op het planvoornemen voor de herontwikkeling van het VDMA terrein in Eindhoven. De belangen van onze groepen bevatten voornamelijk Natuur, Milieu en Klimaat. Tezamen dragen ze bij aan een gezonde leefomgeving voor de mens, flora en fauna.

Natuur:

  • Biodiversiteit
  • Duurzaam groen
  • Robuust groen

Milieu:

  • Bodem, zuivere grond, goede geohydrologische verhouding
  • Lucht, verbeteren en behouden van zuivere lucht
  • Water, voornamelijk opvang regenwater en vertraagde afgifte
  • Geluid, last en overlast beperken

Klimaat:

  • Adapteren en mitigeren
  • Koelte binnen microklimaat.
  • Duurzame mobiliteit
  • CO2 SO2 en NOx reductie waar mogelijk

Leeswijzer

Deze reactie is als volgt opgebouwd. Op pagina 3 t/m 5 worden enkele elementen uit het Planvoornemen aangehaald welke relevant zijn voor de groepen die bij Trefpunt Groen Eindhoven zijn aangesloten. Op pagina 6 begint het werkelijke advies van TGE. Na een eerste reactie wordt het advies opgedeeld in 5 thema’s die de aandachtsgebieden van TGE en aangesloten groepen omvatten: 1. Mobiliteit en Bereikbaarheid, 2. Groen, Water en Natuur, 3. Klimaatadaptatie, 4. Klimaatmitigatie en 5. Gezonde Leefomgeving. Per thema zijn diverse adviezen en opmerkingen opgenomen die het resultaat zijn van de beginspraak, zoals TGE die organiseert voor haar groepen.

Afbeelding 2 | Conceptdoorsnele VDMA (bron: Planvoornemen ‘Join the Stage’)

RELEVANTE ELEMENTEN UIT PLANVOORNEMEN (TGE)

  1. Duurzaamheid: groene transitie
    Circulaire economie en de transitieopgaven voor klimaat, energie en mobiliteit spelen een belangrijke rol in de uitwerking van het plan. De volledige bandbreedte wordt bespeeld: van hightech modulair bouwen en kinetische PV-gevels tot lowtech met échte natuur. Het beste voorbeeld daarin is de introductie van ‘Het Brabants Stadsbos’. Een bos dat niet alleen mooi is, maar dat daadwerkelijk de leefbaarheid, gezondheid en biodiversiteit van de Eindhovense binnenstad versterkt en daarbij ook de luchtkwaliteit verbetert. Echte duurzaamheid is afhankelijk van draagvlak onder de bewoners. Hiervoor zal ruimte gemaakt worden voor zeggenschap onder bewoners en gebruikers. Doel hiervan: een hechte gemeenschap creëren die echt geworteld zijn met het gebied. Het vernieuwde VDMA terrein voegt ruim 3.500m2 betekenisvol groen op maaiveldniveau toe aan de locatie, met daarnaast circa 12.000m2 aan groene gevels en 7.100m2 aan groene daken’.

    2. Echte Brabantse natuur in een stadsbos
    ‘De omvang van Het Brabants Stadsbos, ca. 3.000 m2, maakt VDMA een ecologische hotspot die samen met de tuinen in de buurt en de groenstructuren langs de Dommel, een ecologisch netwerk van formaat vormt met relevantie en betekenis voor de regio. Het stimuleert biodiversiteit, brengt natuurbeleving in de stad, vergroot de capaciteit van de waterberging in het gebied, vermindert hittestress, verbetert de luchtkwaliteit en heeft een positief eff ect op de fysieke en mentale gezondheid van zijn bewoners en bezoekers. De kleine paadjes onder en langs de toegangsstraten naar het bos zijn niet alleen uitnodigend voor mensen maar bijvoorbeeld ook aan kleine zoogdieren die er hun leefgebied kunnen maken (P21). Het stadsbos is beleefbaar vanaf de route om het bos heen en is op slechts één plek toegankelijk: een jaarlijks wisselend zomerpaviljoen ontworpen door designers van de TU/e of de Design Academy’.
  • ‘Het stadsbos sluit qua concept en beplantingstypen aan op de plannen voor de Eindhovense binnenstad en de recent heringerichte Vestdijk. Het toepassen van inheemse soorten en het creëren van bijzondere groene ruimtes staan voorop’.
  • ‘Het bos kent meerdere successiestadia en wordt op een extensieve, natuurlijke manier beheerd wat betekent dat de aanplant op een zo natuurlijk mogelijke manier groeit’.
  • ‘Bij de aanplant laten we ruimte voor open delen zodat daar op een natuurlijke manier bosranden kunnen vormen die rijk zijn aan bloemen en kruiden en daarmee aan kleine dieren’.
  • ‘Dood hout wordt, zoals beschreven in de gemeentelijke Kansenkaart biodiversiteit, ingezet ter bevordering van ecologische verscheidenheid’.
  • ‘Het stadsbos heeft een nat en een droog deel, gebaseerd op de twee karakteristieke bostypes in Brabant: de natte broekbossen en de droge gemengde bossen’.

3.      Tweede maaiveld op het dak van de Eindhovense Laag
‘Op de lage en middelhoge daken van de gebouwen liggen bloeiende sedumvelden, beplanting voor het aantrekken van wilde bijen en klein struikgewas voor insecten en vlinders. Groene gevels zorgen voor verkoeling van de bebouwing in de zomer, en voor geluidsabsorptie en opname van fijnstof. Deze laag dient VDMA te verbinden met de stad. Een interactieve en vooral gezonde laag met onder andere een programmeerbaar led-speelveld voor ‘street sports’ en een rooftopbioscoop, en op het actieve dak van de zusterflat aan de Vestdijk met een fym, openluchtsporttoestellen en een klimmuur’

4.     Publieke route verbindt het hele plan met elkaar en de omgeving
‘The Loop, een markante, publieke ontsluitingsroute met een in het oog springende spectaculaire trap, is de omloop binnen het VDMA terrein die bezoekers verleidt om het hele terrein - bij voorkeur te voet - te bezoeken en Technologie, Design en Kennis te beleven. Alle gebouwen op het terrein zijn verbonden met de publieke ruimtes en onderling door The Loop: een voetpad dat het stadsbos omringt, omhoog loopt naar het daklandschap boven op de Eindhovense Laag, de Luciferfabriek doorkruist en bezoekers meeneemt op een ontdekkingsreis door VDMA. The Loop heeft een primaire rol in de activering van het tweede maaiveld op het dak van de Eindhovense Laag’.

5.     Een nieuw stadsplein
‘In het verlengde van The Loop ligt Het Entreeplein aan de Vestdijk. Het nieuwestadsplein is bereikbaar via de onderdoorgang onder de Zusterflat. Het Entreeplein met zijn minerale, stenige karakter legt op verschillende manieren directe verbindingen tussen de Vestdijk en het VDMAterrein. Zo landt The Loop twee keer op het plein en biedt het toegang naar de woongebouwen en de voormalige Luciferfabriek. Het is een plein voor klein- en grootschalige evenementen. Omwille van de herkenbaarheid en bruikbaarheid en om het contrast met het stadsbos en de Vestdijk te versterken, staan er geen bomen op het plein. Afwatering gebeurt zichtbaar, over het plein met onder het plein buffer- en infiltratiekratten’.

6.      Natuurinclusief
‘De Huiszwaluw en de Huismus, twee vogelsoorten die in Eindhoven actief worden ondersteund, vinden ook op VDMA een veilige plek. Langs The Loop vinden zij nestplekken op verschillende hoogtes. Voor de Huiszwaluw is dit op schaduwrijke plekken onder het dakoverstek en voor de Huismus worden ze geïntegreerd in de gevelelementen. De hoogbouw is een goede plek voor roofvogels met een weids overzicht over hun jachtgebied. Nader onderzoek zal uitwijzen of het zinvol is om op deze hoogte natuur-inclusieve toepassingen te integreren voor bijvoorbeeld Gierzwaluwen en roofvogels zoals de Slechtvalk’.

ADVIES TGE

Het plan voor de herontwikkeling van het VDMA terrein zit goed doordacht in elkaar en is vooruitstrevend op het gebied van groen, natuur en klimaat. De reservering van 3000 m2 op maaiveld voor een kwalitatief stadsbos zegt veel over de waarde die aan groen wordt toegekend en is uniek voor een hoogstedelijke ontwikkeling als deze. De moeilijkheid zit hem in het vasthouden van deze duurzaamheid- en leefbaarheidsambities richting een zorgvuldig uitgewerkt definitief ontwerp. In deze kent het plan nog veel uitdagingen zoals: Hoe wordt het gevel- en dakgroen op een duurzame en onderhoudsvriendelijke wijze geïntegreerd? Hoe maken we de 3000 m2 tot een ecologisch en klimatologisch waardevol stadsbos? Hoe beschermen we dit stadsbos tegen verstoring, vernieling en vervuiling? Hoe kan hittestress op het entreeplein worden voorkomen? Op welke wijze is de toegankelijkheid van de Loop praktisch uitvoerbaar? En hoe kan de veiligheid voor bewoners en bezoekers van de Loop gewaarborgd worden? …

Trefpunt Groen Eindhoven adviseert met klem om juist in dit stadium dergelijke uitdagingen op te lossen en vast te stellen wat de exacte ruimtelijke, financiële en procedurele vereisten zijn om het gewenste effect te sorteren. Vervolgens dienen deze ruimtelijke, financiële en procedurele eisen gereserveerd te worden in nadere uitwerkingsplannen. Volgens TGE is deze werkwijze de sleutel om tot uitvoering te komen van de vooruitstrevende duurzaamheid- en leefbaarheidsambities.

Het advies van Trefpunt Groen Eindhoven is opgedeeld in 5 thema’s die de aandachtsgebieden van TGE en aangesloten groepen omvatten: 1. Mobiliteit en Bereikbaarheid, 2. Groen, Water en Natuur, 3. Klimaatadaptatie, 4. Klimaatmitigatie en 5. Gezonde Leefomgeving. Per thema zijn diverse adviezen opgenomen die het resultaat zijn van de beginspraak zoals TGE die organiseert voor haar groepen.

1. MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID

-Visie op Mobiliteit ontbreekt
Trefpunt Groen Eindhoven mist in het plan een visie ten aanzien van (duurzame) mobiliteit.

  • Opmerking: Algehele tendens is om het autoverkeer geleidelijk aan zoveel mogelijk uit de binnenstad te halen. TGE zou graag zien op welke wijze de ontwikkeling van het VDMA terrein inspeelt op deze ambitie. Van welke parkeernorm gaat men uit? en waarom? Op welke wijze wordt dit parkeren ingepast? Worden elektrische deelauto’s in de plannen opgenomen? Op welke wijze zijn de te realiseren parkeerplaatsen later om te vormen voor ander gebruik wanneer deze niet/minder nodig zijn?
  • Opmerking: Ten behoeve van de leefbaarheid in onze groeiende stad zullen we ons met name moeten richten op fietsers, voetgangers en smart mobility concepten. Op welke wijze worden deze vormen van mobiliteit binnen het plan gefaciliteerd? Hoe wordt een voorrangspositie voor langzaam verkeer concreet vertaald in het ontwerp? Op welke wijze wordt fietsparkeren toegepast? Kan het plan een bijdrage leveren aan de gebruiksvriendelijkheid van de nieuwe fietsroute over de Vestdijk? Bijvoorbeeld door het toevoegen van een openbare fietsenstalling?
  • Advies: Maak de mobiliteitsambities vroegtijdig integraal mogelijk binnen de visie ‘Eindhoven op Weg’.
  • Advies: Ontwikkel voor bewoners en werknemers inpandige en/of ondergrondse fietsenstallingen. Naast een goede fietsontsluiting zijn voldoende en veilige fietsparkeerplaatsen immers essentieel om deze schone vorm van mobiliteit aantrekkelijk
  • te maken. Bovendien kan op deze manier de ruimte bovengronds vrij blijven van fietsenstallingen en blijft de ruimte beschikbaar voor ontmoeten, spelen en bewegen.

2. GROEN, WATER EN NATUUR
-Zorg voor een specialistische uitwerking van het Brabants Stadsbos

  • Opmerking: Het ontwikkelen van een stadsbos is een mooie ambitie die de leefbaarheid van het plangebied op termijn kan waarborgen en daarmee het project economisch robuust maakt. Een specialistische uitwerking van dit stadsbos is echter van groot belang om te garanderen dat dit bos zich ook werkelijk kan ontwikkelen tot een duurzame groene oase voor leefbaarheid en biodiversiteit. Ook het actief betrekken van toekomstige bewoners en gebruikers bij de lusten en lasten van het stadsbos is noodzakelijk voor de vorming en instandhouding van een waardevol stadsbos.
  • Opmerking: Voor hoe lang in de tijd wordt dit stadsbos ontwikkeld? Moet het dusdanig bestendig en permanent ontworpen zijn dat het de bebouwing overleefd?
  • Advies: Maak van het stadsbos het product van een zorgvuldig traject van onderzoek en ontwerp door dendrologen, ecologen, milieukundigen en hydrologen. Vragen die in dit traject beantwoord zullen moeten worden zijn onder meer: met welke grondslag hebben we te maken? Is de ambitie voor een combinatie van nat- en droog bos haalbaar? welke soorten zijn geschikt? Welke aanplantmaat- en dichtheid is geschikt? Hoe is de bezonning in het bos? Hoe wordt het bos beheerd? Hoe borgen we met beheer de kwaliteit van het bos? Hoe wordt het bos beschermd tegen evt. vandalisme? De voorgenomen workshops zijn een goede start om met experts tot een specialistische uitwerking te komen van het stadsbos. Trefpunt Groen Eindhoven wordt graag betrokken bij deze workshops om enkele experts uit onze achterban in te brengen en mee te laten denken.
  • Advies: Onderzoek voorafgaand aan de uitwerking van het Stadsbos de toestand van de bodem. Het is van groot belang te weten wat de grondslag is, welke vervuilingen in de bodem zitten en wat de samenstelling is. De bodem zal na het verwijderen van het asfalt vermoedelijk veel hulp nodig hebben om te transformeren tot een vruchtbare bodem voor een stadsbos.
  • Opmerking: Vooruitlopend op de workshops kwamen de volgende voorkeuren voor het Brabants Stadsbos reeds naar voren uit de bij TGE aangesloten groepen: Kies voor ofwel nat, ofwel droog bostype | Hierbij geven meerder adviseurs nadrukkelijk aan te kiezen voor een nat bostype (elzenbroekbos, berkenbroekbos) | evt. voedselbos (IVN Tiny Forest) | Stuweel van vogelminnende soorten (meidoorn, wegedoorn etc) | kies voor in hoogte groeiende bomen | zorg voor stroming om overlast muggen te voorkomen.
  • Bescherming van het stadsbos
    -Opmerking: Er vanuit gaande dat het ons lukt om van het stadsbos een stukje waardevolle natuur in de stad te maken pleit TGE voor een passende planologische bescherming. Bijvoorbeeld door het stuk bos een natuurbestemming te geven met de daartoe behorende beschermingsinstrumenten.
  • Reserveer ruimte voor robuust groen op tweede maaiveld (Eindhovense laag)
    De ambities voor het tweede maaiveld zijn veelbelovend. Het daklandschap moet ruimte bieden aan; sport, entertainment, recreatie, horeca, water, groen en ecologie.
    -Advies: Trefpunt Groen Eindhoven waardeert de ambitie van een toegankelijk en levendig tweede maaiveld op de Eindhovense laag maar adviseert vroegtijdig ruimte te reserveren voor robuust groen om dit daklandschap aantrekkelijk en leefbaar te maken én houden. Houd hierbij rekening met de onderstaande adviezen t.a.v. hoogwaardig groen.
  • Hoogwaardig groen t.b.v. ecosysteemdiensten
    -Advies: Zorg dat elke boom ruime en kwalitatieve groeiplaatsen krijgt (juiste verhouding zuurstof, organische stof, bodemleven, water etc.). Reserveer hiervoor plaats en financiële middelen.
    -Advies: Laat horizontale en verticale groenstructuren in elkaar grijpen en voorkom geïsoleerde groensnippers.
    -Advies: Investeer in een duurzaam systeem voor het verticaal groen en het dakgroen. Zorg dat de systemen zo min mogelijk afhankelijk zijn van intensief beheer door de beplanting in grote bakken met voldoende substraat aan te planten (zo veel mogelijk passief systeem).
    -Advies: Voorzie de daktuinen van insectminnende- en vruchtdragende planten. Waard- en nectarplanten op zonnige plekken voor vlinders en bijen.
    -Advies: Zorg voor diversiteit in soorten, biotopen, zon/schaduw etc. Diversiteit is het sleutelconcept voor een veerkrachtige groenstructuur die bestand is tegen ziekten, plagen en klimaatveranderingen.
    -Advies: Laat in de verdere planvorming een ecoloog en groeiplaatsspecialist meekijken in de uitwerking van de vergroeningsambitie. Op deze manier kan gezorgd worden voor een duurzame verankering van het groen en kunnen de ecosystemen (verkoeling, biodiversiteit, vasthouden water, luchtkwaliteit etc.) gerealiseerd worden.
  • Bestaande en nieuwe bomen
    -Opmerking: In het kader van het zorgvuldigheidsbeginsel dienen de meest waardevolle bestaande bomen (50 jaar en ouder) te worden ingepast, mits dit redelijkerwijs mogelijk is en de bomen in voldoende gezonde conditie verkeren. Dit betreft in ieder geval de bestaande Acacia aan de Raiffeinstraat en waar mogelijk ook de Eik en Esdoorn in deze straat. In voorbereiding op een benodigde kapaanvraag dienen alle bestaande bomen geïnventariseerd te worden met vitaliteitsoordeel en waardebepaling. Voor de mogelijk in te passen bomen dient een Boom Effect Analyse opgesteld te worden. TGE zal t.z.t. advies uitbrengen over de voorgenomen kap- en compensatie. Met het realiseren van het stadsbos wordt verwacht dat de compensatie volledig binnen het plangebied gerealiseerd kan worden.
  • Water
    -Opmerking: Met de ontwikkeling van het stadsbos en de voorgenomen waterbufferende groendaken belooft het VDMA te anticiperen op het veranderende klimaat. TGE geeft de voorkeur voor dergelijke groene maatregelen boven grijze maatregelen zoals ondergrondse infiltratievoorzieningen. Een groene waterberging draagt naast een gezonde waterhuishouding immers bij aan een betere luchtkwaliteit, het reduceert hittestress, isoleert en draagt met de juiste vegetatie tevens iets bij aan de stadsecologie. Sinds de vaststelling van de beleidsregel ‘Klimaatrobuust’ (2019) worden groene maatreglen in de gemeente Eindhoven bovendien beloond met een korting op de bergingsopgave. Met de rekentool kan worden nagegaan of het plan voldoet aan de eisen van de drie-traps strategie ‘vasthouden – vertragen – afvoeren’ uit de beleidsregel.
  • Natuur Inclusief bouwen
    -Advies: Trefpunt Groen Eindhoven is blij te lezen over de voorgenomen plannen voor Natuur Inclusief Bouwen (p35). Naast de genoemde doelsoorten als de Huiszwaluw en de Huismus adviseert TGE tevens voorzieningen op te nemen voor de gierzwaluw en de vleermuis. Middels een relatief kleine investering kan het VDMA een aantrekkelijk habitat worden voor bovengenoemde soorten met een groot effect voor een gezonde stadsecologie.
    -Opmerking: Onderzoek de geschiktheid van het gebied voor de diverse doelsoorten en stem vegetatie en oriëntatie van de nestgelegenheden hier op af. Huismus en bos gaan niet zo goed samen en een huiszwaluw heeft leem en fourageerruimte nodig. In het document wordt tevens gesproken over een mogelijke voorziening voor een roofvogel zoals een slechtvalk. TGE steunt dit idee maar adviseert de effectiviteit hiervan goed te onderzoeken. In de binnenstad zijn al een aantal nestkasten voor Slechtvalken aanwezig. Een territoriumprobleem dient voorkomen te worden.
    -Opmerking: Hoogbouw, vooral met veel glas, kan voor vogels verraderlijk zijn waardoor ze te pletter vliegen. Houd hier rekening mee met materialiseren en detaillering. Zorg voor een goede vindbaarheid en aanvliegroute van de voorzieningen.
    -Advies: Zorg parallel voor een interessant foerageergebied voor de gekozen doelsoorten door beplantingskeuze (vruchtdragende- bloeiende- en waardplanten), beschutting en eventuele natte natuur.
    -Opmerking: T.a.v. Wet natuurbescherming: zorg voor een faunaonderzoek naar aanwezigheid van beschermde soorten zoals gierzwaluw, huismus en vleermuis zodat tijdig mitigerende- en compenserende maatregelen genomen kunnen worden. Sloop buiten het broedseizoen en houd rekening met zorgplicht ten behoeve van algemene soorten.
  • Laat de volumes bepalen aan de hand van windstudies
    -Advies: De geplande hoogbouw zal de windstromen ter plaatse sterk beïnvloeden. Trefpunt Groen Eindhoven adviseert om middels windstudies te bepalen hoe de hoogbouw gepositioneerd en gevormd dient te worden. Wellicht zijn bepaalde volumes of overstekken nodig om te zorgen dat de openbare ruimte op maaiveld en daken leefbaar blijven/worden voor mens, plant en dier.

3. KLIMAATADAPTATIE (WATERBERGING EN HITTESTRESS)

  • Materialisering i.r.t. hittestress
    -Advies: Houd in de keuze en oriëntatie voor materiaalgebruik rekening met het hitte- eiland effect (gebouwen en openbare ruimte). Gedacht kan worden aan: platte daken altijd met een groene functie uitgevoerd, geen reflecterende materialen zonder overstek, groene gevels etc. Diverse onderzoeken zijn via Google Scolar te raadplegen.
  • Verbied actieve koelsystemen die warme lucht uitblazen
    -Opmerking: Gebouwen moeten zichzelf koel kunnen houden door passieve technieken en materialen (zie hierboven).
  • Leefbaarheid Entreeplein
    Voor het entreeplein wordt gekozen voor een stenig karakter. Reden hiervoor is het aangaan van contrast met het stadsbos en de geschiktheid voor evenementen.
    -Opmerking: Trefpunt Groen Eindhoven begrijpt dat gekozen wordt voor een stedelijk karakter maar adviseert hierbij wel rekening te houden met de leefbaarheid op het plein. In de verbeeldingen op pagina 40 en 41 van het planvoornemen is te zien dat momenteel een volledig stenig plein voor ogen is. Samen met de wanden van glas en steen krijgt het geheel hiermee een harde uitstraling. Naar mening van Trefpunt Groen Eindhoven ontbreekt bovendien de menselijke maat in deze voorgenomen vormgeving. Bovendien maakt Trefpunt Groen Eindhoven zich zorgen over hittestress. Het ontbreken van elke vorm van groen op dit plein kan de temperatuur plaatselijk flink doen oplopen waarmee het plein onaantrekkelijk wordt om te verblijven.
    -Advies: Trefpunt Groen Eindhoven ziet graag uitgewerkt op welke wijze het hitte-eiland effect op het Entreeplein geminimaliseerd zal worden. Water, zoals de voorgenomen ‘waterspiegel’ kan een bijdrage leveren. Daarnaast adviseert Trefpunt om de aanplant van een parasolvormige boom in overweging te nemen. Één boom kan een groot verschil maken omdat het zorgt voor een fijne natuurlijke schaduwplek op het heetste moment van de dag en het tegelijkertijd de menselijke maat op het plein brengen.
  • Natuurlijk- en veerkrachtig watersysteem
    -Advies: Anticipeer op extremere weersomstandigheden door te zorgen voor  een  natuurlijk- en veerkrachtig watersysteem. Waterbeheer volgens drietrapsstrategie: inzijgen, vasthouden, vertraagd afvoeren. Zo min mogelijk hemelwater op riool aansluiten maar vasthouden in het gebied t.b.v. groen en hittestressreductie. Gebruik water dat op de daken valt om het dakgroen van voldoende water te voorzien. Ontwikkel hiervoor een ‘passief’ systeem waarmee het geen beslag legt op de energievraag en minder kwetsbaar is.

4. KLIMAATMITIGATIE (ENERGIE EN CIRCULARITEIT)

  • Circulariteit materialen en materiaalpaspoorten
    -Opmerking: TGE moedigt het hergebruik van bestaande materialen, zoals de rode straatbaksteen, toe. Mogelijk zijn er naast de rode straatbakstenen en spanten nog meer materialen die herbruikbaar zijn in dit project of 1:1 als bouwmateriaal ‘geoogst’ kunnen worden voor een ander project.
    -Advies: Streef naar het gebruik van zoveel mogelijk materialen die circulair inzetbaar zijn. Dit geldt zowel voor de gebouwen als de objecten in de openbare ruimte. Maak deze ambitie hard. Bijvoorbeeld door te stellen dat een x percentage van de te gebruiken materialen over 80 jaar circulair inzetbaar is.
    -Advies: Laat bovendien van de gebouwen en objecten materialenpaspoorten maken zodat alle benodigde informatie voor hergebruik beschikbaar is en blijft. Dit naast hergebruik van bestaande materialen zoals reeds voorgenomen.
    -Opmerking: In het hoofdstuk materialen is te lezen dat – in ieder geval in de openbare ruimte – veel wordt uitgegaan van het gebruik van beton. De cementindustie (hoofdbestanddeel van beton) is verantwoordelijk voor zo’n 5% van de door mensen veroorzaakte Co2-emissie. Trefpunt Groen Eindhoven adviseert het gebruik van beton te vermijden en te kiezen voor duurzame alternatieven zoals Composiet steen of CO2-arm beton op basis van duurzame bindmiddelen. Voor de gebouwen adviseert TGE de mogelijkheid van bouwen in hout te onderzoeken als duurzamer alternatief dan glas en beton. Hout is circulair en hernieuwt zichzelf continue (40% sneller dan dat we het gebruiken). Bovendien heeft hout voordelen op het gebied van thermisch comfort, gezondheid en luchtvochtigheid.
    -Advies: Wageningen Universiteit heeft in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een ‘Catalogus biobased bouwmaterialen’ opgesteld. Het is een zeer handzaam overzicht van alle biobased materialen die anno 2019 beschikbaar zijn voor de Nederlandse bouwsector, inclusief hun toepassing, contactgegevens van leveranciers en andere partijen die de materialen gebruiken. TGE verzoekt deze informatie ter harte te nemen in het selecteren van materialen.
  • Groen boven lokale energieopwekking
    -Opmerking: Verkies groen boven lokale energieopwekking (zonnecellen). Energie laat zich goed vervoeren over grote afstanden. Om deze reden is het niet efficiënt de energietransitie aan te pakken op hoog stedelijke ontwikkellocaties waar de ruimte schaars is. De beschikbare buitenruimte op maaiveld en op daken is beter in te zetten voor het oplossen van lokale ruimtelijke opgaven zoals klimaatadaptatie en gezonde verstedelijking. Gebruik enkel de hoger gelegen daken voor lokale energieopwekking en voer lager gelegen daken uit als groendak (grasdaken).
  • Investeer in duurzame energiesystemen en energiebesparende voorzieningen
    -Advies: Uiteraard dienen de gebouwen voorbereid te zijn op de regionale energieambitie: 100% duurzame energie in 2050. Dit betekent dat de energie- en warmtevraag gevoed dient te worden door duurzame systemen zoals warmtepompen, zonneboilers of warmtenetten. Door energiebesparende voorzieningen zoals goede isolatie kan bovendien de energiebehoefte sterk gereduceerd worden.

5. GEZONDE LEEFOMGEVING

  • Gezonde Luchtkwaliteit
    - Opmerking: In het kader van de ontwikkelingen op het VDMA terrein zou de wal het schip wel eens kunnen keren en vanwege wetgeving het hele project kunnen tegenhouden dan wel ernstig vertragen. Bovendien zijn we ook overvallen door de ‘stikstofcrisis’. Gezien de omvang van het project dienen de plannen te worden beoordeeld op basis van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. De concentraties van stoffen in de buitenlucht zoals benzeen, stikstofoxiden, stikstofdioxiden, zwaveldioxide en fijnstof (PM10 en PM2.5) dienen beneden de grenswaarden te blijven. Om dit te garanderen is het nemen van maatregelen t.b.v. luchtkwaliteit onvermijdelijk. Denk aan: biobased en lichtgewicht bouwen, minimaliseren transportbewegingen en elektrisch bouwen.