Groen Café: De impact van zonneparken op de biodiversiteit - terugblik

Type: Eenmalige activiteit

Het groen Café van 23 april was gewijd aan de relatie tussen zonneparken en biodiversiteit. Aanleiding was de ontwikkelingen van het Groenpark de Kleine Dommel, een combinatie van natuurontwikkeling en energieopwekking in het stadsdeel Tongelre. Het initiatief hiertoe is eind 2021 genomen door de grondeigenaren en Vattenfall. Het thema werd dan ook ingeleid door twee medewerkers van deze energieleverancier, Eric  Tonnaer, projectontwerper en Carel Kooij, projectontwikkelaar.

Eric gaf de aftrap en Carel ging in op de filosofie achter Groen Park Kleine Dommel.

 

Factoren die de biodiversiteit beïnvloeden

In het verleden was er weinig aandacht voor de invloed van zonneparken op de natuur. In de pers verschenen terecht kritische artikelen over dit onderwerp. Tegenwoordig is aandacht voor de impact van zonneparken op de ecologie en biodiversiteit  van een gebied min of meer vanzelfsprekend. Het is ook een voorwaarde voor vergunningverlening.

Bij de aanleg van zonneweides zijn een veelheid van factoren van invloed op de na te streven  biodiversiteit: de uitgangsituatie,  licht & water, bodemkwaliteit & verstoring en  inrichting & onderhoud.

Bij de aanleg wordt gestreefd naar een verhoging van de biodiversiteit. In de visie van Vattenfall zal de nagestreefde variëteit groter zijn dan de oorspronkelijke. Vanuit de zaal werdt opgemerkt dat er ook explicieter streefdoelen geformuleerd zouden kunnen worden.

De kwaliteitssprong is mede afhankelijk van de uitgangsituatie. Is het startpunt landbouwgrond met een monofunctioneel gebruik  dan is het vergroten van biodiversiteit eenvoudiger dan in een situatie waar al een natuurgebied  bestaat met een zekere natuurwaarde. Er wordt uitgebreid ingegaan op de diverse invloedsfactoren.

 

Licht en water

Groei zonder zonlicht is niet mogelijk. Uit onderzoek blijkt dat naarmate er meer licht is de variatie in begroeiing groter is. Dit is geen eenvoudig lineair verband maar er bestaat een optimale verhouding tussen beschikbaar licht en dichtheid en diversiteit.

De verhouding tussen licht en schaduw wordt ook bepaald door de oriëntatie van de panelen. Een zuid-oriëntatie is beter dan een oost-west. Uit onderzoek blijkt dat het aantal soorten groter en de bedekking dichter is onder panelen met een zuid-oriëntatie. Tijdens de presentatie werden een aantal schaduwanimaties getoond.

Ook speelt de transparantie van de panelen een rol. Op dit gebied doen zich interessante ontwikkelingen voor. Glas-glaspanelen presteren beter en verschillende typen panelen absorberen verschillende soorten licht, dit heeft invloed op de vegetatie onder de panelen.

Naast de beschikbaarheid van licht is ook die van water essentieel. De  bodemdekkingsgraad (ground coverage ratio) , de hellingshoek en de minimale hoogte van de panelen is van invloed op de beschikbaarheid van water.

Bodemkwaliteit en -verstoring

Ook de bodemkwaliteit is van groot belang. Landbouwgrond is vaak met kunstmest  jarenlang (over)bemest. Ze zal eerst verschraald moeten te worden, eventueel door afgraving. Met dat doel moet de bovengrondse beplanting  een aantal keren en gefaseerd gemaaid en afgevoerd worden, voor of na het plaatsen van panelen. Op deze verschraalde grond  kan het bodemleven zich herstellen en kan een grotere variëteit aan planten ontstaan. Het tijdstip van maaien is daarbij van belang.

Bij de aanleg van het park dient de bodem bovendien zo weinig mogelijk verstoord te worden. Verdichting mag alleen plaats vinden in zones die later eveneens voor de toegankelijkheid van het park benut worden.

Inrichting & onderhoud

Bij de inrichting van het park speelt ook de aanwezigheid van barrières een rol.  Het park kan beveiligd worden met natuurlijke barrières als heggen of sloten of met fysieke barrières als hekwerken. Harde afscheidingen kunnen nodig zijn om dieren tegen verkeer of ander gevaar te beschermen. Maar de obstakels moeten de verbinding met de omliggende natuur ook weer niet belemmeren.

Ook spelen waterelementen een belangrijke rol. Bevloeiing onder de panelen is essentieel. Het park kan bovendien als waterberging dienen. Het verstenen of overkappen moet dan ook zoveel mogelijk voorkomen worden.

Van groot belang voor de biodiversiteit is het onderhoud en beheer. Naast inrichting is ook het beheer  van groot belang. In dit kader wordt een toetsing-label ontwikkeld.

 

Project EcoCertified

Eric Tonnaer is tevens  voorzitter van de Werkgroep Ecologie binnen de brancheorganisatie Holland Solar en is nauw betrokken bij het EcoCertified project. In de gedragscode van Holland Solar is onder andere afgesproken dat ontwikkelaars van zonneparken  bij de inrichting meerwaarde creëren voor biodiversiteit en geen schade toebrengen aan de bodem.

Holland Solar ontwikkelt  in samenwerking met WUR, Eelerwoude, NL Greenlabel en TNO gedurende  een 4-jarig onderzoeksproject een kwaliteitslabel. Door de WUR wordt er onderzoek gedaan naar bodembiodiversiteit en de opslag van organische stoffen en naar de relatie tussen  insecten, zoogdieren en vogels binnen ecosystemen. Eelerwoude houdt zich bezig met de relatie tussen beheermethoden en biodiversiteit. TNO rekent de gevolgen van diverse ontwerpen door voor de  kosten en opbrengsten.

Het doel  van het project is om optimale onderhoudsstrategieën te identificeren waarmee op een koste efficiënte manier biodiversiteit gewaarborgd en verbeterd kan worden.

Het label moet overheden helpen  bij het toetsen of een park ecologisch en bio-divers is ingericht en wordt onderhouden.

 

Groen Park Kleine Dommel

Na deze inleiding gaat Carel Kooij nog kort in op de filosofie achter het Groen Park Kleine Dommel. Het park is een combinatie van natuurontwikkeling en energieopwekking. 

De grond heeft lange tijd een agrarische functie gehad en er is eerst omvormingsbeheer nodig, waarbij de voedselrijke landbouwgrond wordt verschraald, zodat er ruimte ontstaat voor een gevarieerde vegetatie. Bij de herinrichting  zal  een deel  van het gebied als park, een deel als zonneweides ingericht worden. Bij deze herinrichting  zal ook nieuwe vegetatie  aangeplant worden. Ook de zonneweides  zelf spelen een rol in het  proces van verschraling. Doordat zonnepanelen op landbouwgrond wordt geplaatst, verandert de onnatuurlijk verrijkte bodem terug naar de oorspronkelijke (voedings)bodem. Hierdoor kan hier nieuwe vegetatie groeien. De levensduur van een zonnepark is 25 tot 30 jaar. In die tijd kan het gebied verschralen en de biodiversiteit groeien. Na die tijd is de biodiversiteit hersteld. Vattenfall noemt dit concept de ‘Natuurzone’.

De betreffende locatie is geschikt voor dit beoogde transitieproces. Bovendien liggen de zonneweides in de directe nabijheid van een station van netbeheerder ENEXIS,  waardoor er weinig  kosten nodig zijn om de zonnepanelen aan te sluiten op het elektriciteitsnet.

De beoogde kwaliteitsprong wordt in beide onderstaande kaarten weergegeven. Het te ontwikkelen ecolabel kan gebruikt worden om de beoogde verbetering van de biodiversiteit te beoordelen. De nieuwe Omgevingswet zal als toetsinskader dienen.

Tijdens de discussie wordt onder andere de vraag gesteld waarom de panelen niet op daken of parkeerplaatsen gelegd worden. Volgens de sprekers zijn beide noodzakelijk. Bovendien zijn al veel geschikte daken in gebruik genomen. De resterende mogelijkheden worden mede belemmerd door het versnipperd eigendom van de panden. Vaak zijn de eigenaar en gebruiker niet de zelfde persoon  en hebben ze  uiteenlopende belangen. Ook zijn niet alle aanwezigen overtuigd van een zonnenpark op die plek.

Het plan is dan ook nog in de ontwerp- en dialoogfase. De vergunningen moeten nog aangevraagd worden.

Er zal dus nog wel wat water door de Kleine Dommel vloeien voordat dit park het zonlicht gaat zien.

 

Uitgelichte foto's Groen Café: Bea Straver

Afbeeldingen en foto's artikel: Vattenfall